In 2011 had Margaretha Coornstra het genoegen om kunstenares Nel Koen
te mogen interviewen voor een lokale krant. Naderhand werkte ze het artikeltje
van 275 woorden uit tot een blogbericht.
In 2012 kreeg de
kennismaking een vervolg: Nel nam met verscheidene olieverven, tekeningen en etsen deel aan
de expositie "Kunst Natuurlijk!" op de Zwaluwenburg. We hebben haar toen leren
kennen als een hartelijke, geestige vrouw met warme belangstelling voor het
werk van collega-exposanten. We nodigden haar dan ook graag uit om in
2013 weer mee te doen aan de zomerexpositie, die dan de titel "MensBeeld" zal
dragen. Nel reageerde enthousiast en was van plan om, ondanks haar chronische
gezondheidsproblemen, nog een aantal nieuwe werken maken.
Helaas kregen we
onlangs bericht dat ze op 16 oktober na een kort ziekbed is overleden.
Nel van Dokkum-Koen in 2011, met op de achtergrond eigen werk |
De kleine wereld
De wereld is klein. En het Noord-Veluwse kunstwereldje is wel héél klein.
Toch kom je elkaar soms decennialang niet tegen, weet je zelfs niet van elkaars bestaan af.
Toch kom je elkaar soms decennialang niet tegen, weet je zelfs niet van elkaars bestaan af.
Ben ik nota bene opgegroeid op kasteel Zwaluwenburg bij
’t Harde, waar mijn moeder al sinds 1976 een galerie runt. Kunstenaars
uit alle windstreken komen daar exposeren. Er ontstaan vriendschappen,
mijn moeder krijgt in 1981 zelfs een relatie met één van de
exposanten: Amsterdammer Freek van den Berg (1918-2000), die ik weldra mijn stiefpa zal noemen en die om mijn moeder in 1985 naar de Veluwe verhuist.
Maar
wie we tot dusver niet leerden kennen (hoewel ze met haar echtgenoot
meermalen anoniem de galerie bezocht, ja zelfs ooit een lezing in het
atelier van mijn stiefpa Freek bijwoonde!) is kunstenares Nel van
Dokkum-Koen. Die hemelsbreed slechts enkele honderden meters van mijn
huis verwijderd woont - en dat al 43 jaar.
Ja, het echtpaar Van Dokkum kent mijn moeder wel van gezicht: “Die mevrouw van de Zwaluwenburg, met dat lange haar – is dat jóuw moeder?” En mevrouw Van Dokkum kan zich het atelier van Freek ook nog levendig voor de geest halen. “Maar ach, ik ben altijd een beetje verlegen, ik heb me verder maar niet kenbaar gemaakt...”
Ja, het echtpaar Van Dokkum kent mijn moeder wel van gezicht: “Die mevrouw van de Zwaluwenburg, met dat lange haar – is dat jóuw moeder?” En mevrouw Van Dokkum kan zich het atelier van Freek ook nog levendig voor de geest halen. “Maar ach, ik ben altijd een beetje verlegen, ik heb me verder maar niet kenbaar gemaakt...”
Jammer,
want Freek zou zielsgelukkig zou geweest met deze gelegenheid om weer
eens een échte collega te spreken, in plaats van de zelfbewuste amateurs
aan te horen die na een jaar schilderles hun groentensoep-aquarellen
of, nog erger, geabstraheerde gevoelsexpressies in gemeentekantoren
exposeren en vol zelfvertrouwen hun visitekaartjes uitdelen.
De
kennismaking met mevrouw Van Dokkum (die ik voortaan respectvol als Nel
zal aanduiden, dat schrijft wat makkelijker) dank ik aan een locale
krant waarvoor ik wel eens een stukje schrijf. En aan de Commissie
Vorming en Toerusting (CVT) van de Hardenese Maranathakerk, in de persoon van keramist/beeldhouwer Elt de Boer, die zich in een e-mail afvroeg of het leuk zou zijn om iets over de artistieke nevenfunctie van de kerk te schrijven..?
Deze Maranathakerk
heeft namelijk iets met beeldende kunst. Naast icoonschildercursussen
organiseert de CVT mini-exposities in het kerkgebouw aan de Dennenweg.
Toonde afgelopen jaar de Edith Kamphuis hier haar felgekleurde
schilderijen, dit jaar vond de PKN-gemeente Nel van Dokkum-Koen bereid
een reeks werken in bruikleen te geven.
Vormen
“Ja,
ik werk graag met weinig kleuren op het palet,” beaamt Nel grif. “De
tinten blijven dan mooier bij elkaar passen, je kijgt geen vuile
kleuren. Maar ik denk dat ik ook meer op vormen gericht ben dan op
kleuren, meer lineair.”
Zowel
in schilderijen als tekeningen en pastels valt, naast de krachtige en
toch soepele lijnen, vooral het ingehouden kleurgebruik op.
Nel
Koen werd in 1934 geboren te Scheveningen. Op haar achtste verhuisde
het gezin noodgedwongen naar Den Haag: “Tja, het was oorlog,
Scheveningen moest leeg... Jazeker, ik kan me al dat gedoe en de
nervositeit van mijn ouders nog wel voor de geest halen.”
Na haar middelbare schooltijd kwam ze in contact met de gerenommeerde kunstenaar Kees Andrea
en raakte met hem bevriend. Het was Andrea die haar stimuleerde om naar
de Vrije Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag te gaan, waar ze
overigens vooral les kreeg van een andere grootheid: de flamboyante
schilder Nol Kroes (1918-1978).
Na haar afstuderen had Nel naar eigen zeggen “hele goeie jaren” bij de Haagse Kunstkring, waar ze ook regelmatig exposeerde. “Ik dacht altijd dat ik nooit uit Den Haag weg zou willen,” zegt ze, “tot ik in aanraking kwam met iemand uit Zwolle.”
Na haar afstuderen had Nel naar eigen zeggen “hele goeie jaren” bij de Haagse Kunstkring, waar ze ook regelmatig exposeerde. “Ik dacht altijd dat ik nooit uit Den Haag weg zou willen,” zegt ze, “tot ik in aanraking kwam met iemand uit Zwolle.”
In 1967 kwam ze met echtgenoot Gradus in ’t Harde terecht. “Ik
ben altijd erg dol op de bossen geweest, Zodra we besloten om naar de
omgeving van Zwolle te verhuizen, wisten we ook meteen dat we dán op de
Veluwe wilden wonen, en wel tegenover een bos.” Want ondanks haar Haagse
achtergrond heeft Nel zich tegelijk altijd ‘een buitenmens’ gevoeld.
“Mijn ouders kwamen allebei uit het Westland. In Den Haag woonden we ook
vlakbij het Zuiderpark, zodat we wel veel konden wandelen.”
Gorilla's - olieverf |
Dierentuin
Dieren
vormen een favoriet onderwerp. Nel en Gradus hebben dan ook ontelbare
malen, bij weer en wind, allerlei dierentuinen gefrequenteerd. Zo nodig
in warme outdoorkledij gehuld, maar steevast gewapend met schetsboek en
potlood. Want ook Gradus blijkt een fervent tekenaar. “Daar ben ik zo’n
tien jaar vóórdat we getrouwd zijn al mee begonnen. Ik heb nog een
MO-acte tekenen gehaald en een cursus reclametekenen gedaan. Ja, gewoon
voor de lol, hoor. Mooie letters maken en zo, dat vond ik leuk. Maar de
échte kunstenaar is zij..!” wijst hij galant naar zijn vrouw.
“Ach,
kunstenaar - maar wat is dan eigenlijk een kúnstenaar..?” werpt die
filosofisch tegen. “Dat zit ‘m toch niet in een diploma?”
Vanwege
gezondheidsproblemen heeft Nel een tijdlang minder kunnen werken dan ze
wilde, maar nu probeert ze het tempo weer voorzichtig op te voeren.
Momenteel richt ze ze vooral op het etsen. Jazeker, ambachtelijk
vervaardigde etsen, afgedrukt met een eigen etspers die bediend wordt
door echtgenoot Gradus van Dokkum. In haar kleine, bomvolle atelier
staan de ingenieus bekraste etsplaten nonchalant uitgestald op de
schappen.
Nel in haar atelier, 2011 |
Maestro Morandi
Een
groot schilderij van een Russische balalaikaspeler in de woonkamer doet
met zijn rookgrijzen en pruisisch blauwen qua sfeer vaag denken aan
Chagall’s Fiddler on the Roof.
Maar het is de Italiaan Giorgio Morandi
(1890 – 1956), grootmeester van eenvoud en intimiteit, die al sinds
jaar en dag bovenaan Nels lijstje van bewonderde coryfeeën prijkt.
“Als studente heb ik hem zelfs ooit een brief gestuurd, waarin ik schreef: “U maakt de wereld zoals ik hem zie.” Achteraf begrijp ik daar niks van, ik sta er nu niet meer achter.”
Maar maestro Morandi begreep het kennelijk wél, want niet alleen schreef hij terug, hij maakte zelfs een tekeningetje voor haar.
“Èn
Van Gogh natuurlijk,” schiet haar dan te binnen, “die bewonder ik ook
heel erg. Vooral vanwege zijn bewogenheid met de medemens.” Ja, op het
eerste gezicht lijken ze tegengesteld, geeft ze toe: de kleurrijke,
beweeglijke toets van Van Gogh tegenover de zachtgetinte ingetogenheid
van Morandi. “Maar toch zie ik ook een overeenkomst. Van Gogh is ergens ook terughoudend, intiem... Hij wordt nooit schétterend.”
En als Nel een kunstenaar van de Veluwe moet noemen, dan denkt ze vooral aan de Nunspeter Chris ten Bruggen Kate
(1920-2003), die zij en Gradus kenden van de Zwolse
kunstenaarsvereniging Het Palet, en ik van zijn exposities op de
Zwaluwenburg.
“Ik hield erg van zijn verstilde, sobere landschappen," zegt Nel, "en hij was ook een hartelijke man.” Ja, dat vonden wij thuis ook. Een extraverte man ook; vaak luidruchtig aanwezig in gezelschap, met het glas in de hand graag allerlei anecdotes debiterend en zijn zwak voor vrouwelijk schoon niet onder stoelen of banken stekend. Alleen op doek of aquarelpapier viel bij hem de bijna sacrale rust en schemering, die hij dus toch moet hebben gezocht.
“Ik hield erg van zijn verstilde, sobere landschappen," zegt Nel, "en hij was ook een hartelijke man.” Ja, dat vonden wij thuis ook. Een extraverte man ook; vaak luidruchtig aanwezig in gezelschap, met het glas in de hand graag allerlei anecdotes debiterend en zijn zwak voor vrouwelijk schoon niet onder stoelen of banken stekend. Alleen op doek of aquarelpapier viel bij hem de bijna sacrale rust en schemering, die hij dus toch moet hebben gezocht.
Na
afloop van het gesprek wandel ik innig tevreden naar huis. Wat was
het verfrissend om weer eens het jargon van stiepa Freek te hebben
gehoord en echte, ouderwets-degelijk vervaardigde kunst te hebben
gezien. Olieverf op doek, etsen van eigen pers. En eerlijke tekeningen,
die in soepele grafietlijnen de rondingen zo aanstekelijk weergeven, dat
je de op het papier neergevlijde kalfjes het liefst zou aaien.
Dus vandaag heb ik bij de Action en passant een schetsboek gekocht, Hoewel ik in geen jaren echt heb getekend. Maar misschien wil ik in een verloren ogenblik toch weer eens een poginkje wagen... Gewoon voor de lol.
Dus vandaag heb ik bij de Action en passant een schetsboek gekocht, Hoewel ik in geen jaren echt heb getekend. Maar misschien wil ik in een verloren ogenblik toch weer eens een poginkje wagen... Gewoon voor de lol.