Dit is een familieblog van drie generaties vrouwen wier levensgeschiedenis nauw verbonden is met het landgoed Zwaluwenburg.
Geertje S. Slump heeft er als kind tijdens de oorlogsjaren gewoond en groeide er op. Sinds 1976 is ze woonachtig in een zijvleugel van kasteel Zwaluwenburg en organiseert exposities in de zes kasteelvertrekken die als galerie dienen.
Margaretha Coornstra is freelance journaliste. Zij werd geboren op de Zwaluwenburg als dochter van Geertje, bracht er het leeuwendeel van haar jeugd door en komt er nog steeds dagelijks. Ook zij is actief betrokken bij het reilen en zeilen van de galerie.
Ludmilla Coornstra (1998) zit op het gymnasium, komt dagelijks haar huiswerk maken bij haar oma (Geertje dus) in het noordelijk bouwhuis van het kasteel en deed haar maatschappelijke stage in de botanische Alfred Vogel Tuinen op het landgoed Zwaluwenburg.
Dit blog is bedoeld om mensen te informeren over de schoonheid van het landgoed en de exposities in de galerie, maar ook om als familie herinneringen vast te leggen.

woensdag 31 oktober 2012

Freek van den Berg (1918-2000)



Uit: monografie Freek van den Berg (2001)
OVER DE STIJL

het enige wat
ik voor heb op Matisse
is dat ik nog leef

                 (Freek van den Berg)


cover monografie
Freek van den Berg, de bevrijding van de kleur


"Carel,
ja, ik blijf zo! ook in 1995. een kleurrijk schilder, herkenbaar in vorm en stijl - en dan zegt men: ja, ja, dat weten we nu wel; lofzang op de vrouw, op de natuur: onveranderlijk, dus voorspelbaar," schrijft Freek op een nieuwjaarskaart aan beeldhouwer Carel Kneulman.

Hoe definiëren we Freek van den Berg? Wat is zijn rol in de hedendaagse kunst?
In de Pieter Scheen Lexicon uit 1967 staat hij te boek als ‘Kees van Dongen van Kattenburg’. Een aanduiding waar Freek niet bijster gelukkig mee is. Althans, later niet meer. Als jong schilder voelt hij zich natuurlijk wel vereerd. Maar naarmate de bijnaam hardnekkiger blijkt waar Freek zich meer en meer profileert als kunstenaar met een eigen gezicht, vindt hij het minder leuk om vergeleken te worden met een ander.

Freek van den Berg, Vrouw met rode waaier

Jawel, ze hebben elkaar eenmaal ontmoet: Neêrlands eerste fauvist en de gedoodverfde laatste. We schrijven anno 1937. Kees van Dongen bevindt zich op het toppunt van zijn roem als jetsetschilder en Freek van den Berg is onbekend, piepjong en dodelijk verlegen.
Van Dongen exposeert in Amsterdam bij Buffa. Freek ziet de maestro lopen op de Dam, schetsboek onder de arm, en waagt het hem aan te spreken.
Maar alle magie van dit historisch ogenblik ten spijt gebeurt er niets bijzonders. Zoals voor de hand ligt, spoort Van Dongen deze aspirant-collega aan om zijn expositie te gaan bezoeken.

...Op 3 oktober 1963 rept Het Handelsblad van Freek van den Bergs "...vooral in felle, levendige kleuren gehouden schilderijen. Deze voorliefde voor een ongemengd palet heeft de kunstenaar gemeen met de ‘Fauves’, een groep schilders die (...) als ‘wilde beesten’ hun doeken vulden met felle, primaire kleuren. De vorm, het herkenbare, lieten zij hierbij echter niet los."
Mis poes. Niks ongemengd palet, niks primaire kleuren. Ziehier het misverstand waar Freek telkens weer tegen aanloopt. Al benoemt de scribent hier terecht de nog altijd figuratieve aanpak van de fauves, waarin ze overigens wél een sterke vereenvoudiging van vormen en vlakken introduceerden.
"En vanuit die vereenvoudiging wordt de kleur, als optimaal expressiemiddel, zodanig toegepast dat er nieuwe harmonieën ontstonden", noteert Freek in 1994. "Niet het wit/zwart-procedé als vertolker van licht en donker, maar de dialoog en samenklank van de complementaire kleuren verbindt de kleurvlakken. Deze dynamische en heel confronterende interpretatie heeft altijd veel emotionele weerstand opgeroepen - vertaald in kreten als ’kakografie’ of ‘de kleur zingt niet, maar brult’."
(...)

Freek van den Berg, Geertje in de tuin (Veessen)

Perioden

Freek van den Berg is niet zo dol op het dateren van zijn werk. Ten dele hangt dit samen met zijn behoefte aan privacy. Het idee dat nieuwsgierigen kunnen uitpluizen hoe zijn ontwikkeling nu precies is verlopen staat hem tegen.
Ook is daar de ergernis over een plots opduikende mythe dat Freeks beste werk uit de vijftiger en zestiger jaren zou stammen. Vanaf de jaren '80 ventileert menig kunsthandelaar zijn voorkeur voor de zachtere, bezonken toon uit deze tijd. Freek zelf heeft een prozaïsche verklaring voor dit coloriet: de verf is in de loop der jaren domweg ouder en donkerder geworden.
(...)
"Er is bij mij sprake van maar één periode: vanaf het begin van mijn carrière tot aan mijn dood," belijdt hij bij zijn tachtigste verjaardag. Een mooi statement, dat eerder verwijst naar zijn vakfilosofische consistentie dan naar een vasthouden aan één en dezelfde stijl. Want de laatste betekenis wordt weerlegd door een overzichtsexpositie, die wel degelijk verschillende perioden toont.

...In weerwil van roerende anekdotes over de prille Freek van den Berg als argeloze natuurfauve, oogt veel werk uit zijn eerste periode relatief klassiek, ingetogen van kleur, zo nu en dan zwaarmoedig. (...) Dat de tweede periode lichter, joyeuzer en meer mediterraan van toon wordt, hangt niet alleen samen met Freeks toenemende bemoeienis met het theatergebeuren of zijn reizen naar Frankrijk en Spanje. Het komt ook de verandering van werkplek in Amsterdam. Eerdere, tamelijk donkere ateliers verwisselt hij allengs voor steeds lichtere ruimtes.

Freek van den Berg, Zonsopgang boven de IJssel


...De verhuizing in 1985 naar het IJsseldorpje Veessen markeert voor Freek het begin van een nieuwe levensfase, niet alleen als mens maar ook als kunstenaar - voorzover zich bij Freek die twee aspecten laten onderscheiden.
Als regel wordt hij vroeg wakker. Zonsopgangen boven de uiterwaarden verleiden hem tot experimenteren. Tientallen, misschien wel honderden IJsseldoeken van alle mogelijke formaten verlaten zijn ezel.
"Een beladen onderwerp, kitsch ligt op de loer, maar een ‘fauvist’ moet er een antwoord op weten," schrijft Freek aan Telegraaf-criticus Ed Wingen. "Zeer boeiend! Een groot gehouden luminisme dient zich aan."

...Ofschoon Freek een fauvistisch antwoord zoekt op het winterse ‘lichtfestijn’ boven de IJssel, komt met het picturaal uitdiepen van deze zijrivier ook zijn verwantschap met de Rheinische Expressionisten bovendrijven. Speciaal de monumentale zonsopgangen worden Duitser van toon, dramatischer. Aan een zachtgetinte hemel van roze, turquoise en geel domineren onverhoeds dreigende wolken van donker violet.

© Margaretha Coornstra, i.o.v. Museum Van Lien, Fijnaart, 2001           


Freek van den Berg exposeerde in 1981 voor het eerst op de Zwaluwenburg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten